DraadwerkDeze grote rammelaar is een variant op de rinkelbel. De standaardelementen zijn aanwezig: bovenaan het fluitje, daaronder een gladde bol die overgaat in een eveneens gladde staaf, en geheel onderaan het benen handvat dat eenvoudig is gedecoreerd met twee geprofileerde randen. De armen, die kenmerkend zijn voor de rinkelbellen, hebben plaatsgemaakt voor een tweeledige parapluvorm. Aan het kleine, bovenste scherm zijn vier belletjes gehangen. Maar het is het onderste scherm, waaraan zes belletjes hangen, dat deze rammelaar zo bijzonder maakt. Het heeft de vorm van een opengewerkte kroon die tevens draaibaar is en fungeert als draairatel waardoor er extra geluid kan worden gemaakt met deze rammelaar. De kroon zelf is gemaakt van draadwerk, ook wel filigraan genoemd. Duidelijk is te zien hoe de zilversmid een raamwerk heeft gemaakt van brede draden en daartussen patronen heeft aangebracht met dunne draden.
Draadwerk in zilver en goud werd en wordt vooral met ontwikkelingen in de streekdracht geassocieerd, waarvan de beroemde Zeeuwse knopen misschien wel het meest aansprekende voorbeeld zijn. Incidenteel werden ook grotere voorwerpen in deze techniek uitgevoerd. Een van de belangrijkste negentiende-eeuwse specialisten moet de firma Van Gelder in Schoonhoven en later Amsterdam zijn geweest. Van hen zijn verschillende Tora-bekroningen of siertorens bekend, die net als de rammelaar grotendeels uit draadwerk zijn opgebouwd. Ook van andere Amsterdamse firma’s zijn exemplaren uit het midden van de negentiende eeuw bewaard.
Draadwerkvoorwerpen werden vanwege de kwetsbaarheid van het materiaal niet altijd volledig gemerkt, met als gevolg dat niet altijd precies valt te achterhalen waar en wanneer ze zijn ontstaan. Verschillende technische details laten zien dat deze rammelaar vrijwel zeker in een van de Europese centra is gemaakt, en omdat ook bijvoorbeeld Duitsland een belangrijke filigraantraditie kende
(vgl. inv 0219), kan dit exemplaar ook heel goed in een van de Duitse centra zijn gemaakt. •
Lucinda Timmermans